Authenticiteit en identiteit, het
verlangen om uniek te zijn in alle vrijheid, dat hebben we allemaal. Maar de vraag is bedriegen we onszelf niet.
Erich Fromm beschreef het in zijn boek ‘Angst voor Vrijheid’: vrijheid is
zelfbedrog. Mensen kunnen op twee manieren reageren op vrijheid. Ten eerste kan
hij/zij kan zich met anderen verbinden. Of -de tweede mogelijkheid- hij/zij
voelt zich alleen en angstig en dan onderwerpt men zich aan anderen. Tot nu toe
komt deze tweede manier veel voor. De ontwikkeling van de mens tot individu
noemt hij individuatie wat tot vrijheid leidt door het maken van verbindingen
met de ander en creativiteit stimuleert. Belangrijke hartstochten en neigingen
van de mens spruiten voort uit de volledige existentie van de mens en het onderdrukken
daarvan leidt tot psychopathie, ongeluk en blijvende angst. Daarom is zelfzorg belangrijk in de vorm van
zelfinzicht. Maar het proces van individuatie is een tragisch gebeuren. In ‘L’existentialisme
est un humanisme’ trad Jean Paul Sartre hem bij waarbij hij wees op
het feit dat de mens tot de vrijheid veroordeeld is en derhalve van die
vrijheid verlost wil worden door te geloven. Daarom geeft de mens zich over aan
denkbeelden die het hem aldus ‘houvast’ bieden. Het zijn ideeën die recent ook
de neuropsychologie worden bevestigd.
Onder ander Prof. Dr. De Ridder van de UA deed daar uitvoerig onderzoek
naartoe waarbij hij ervan uitgaat dat God (geloven) eerder een intern – dan een
extern gegeven is. Geloven begrijp ik dit artikel in brede zin, zoals geloven
in religie, politieke ideologieën, de wetenschap, levensbeschouwingen en noem
maar op.
Vrijheid is met andere woorden een
paradox die hand in hand gaat met autoritarisme, destructivisme en conformisme.
De mens zit voortdurend geklemd tussen zijn hang naar meer vrijheid en de
vlucht voor diezelfde vrijheid. Die vlucht uit zich in de vrijwillige
onderwerping aan fundamentalistische religies en aan politieke (totalitaire)
ideologieën, in de neiging tot zinloos geweld, en in de maatschappelijke
aandrift tot sociale aanpassing en maatschappelijk conformisme. Erich Fromm beklemtoont
ook de schijnvrijheid die vele mensen hebben. In werkelijkheid onderwerpen ze
zich aan anonieme autoriteiten zoals de ‘publieke opinie, de klassfeer,
geloofsdruk’, het ‘gezond verstand’ en de ‘zwijgende meerderheid’, die juist zo
machtig zijn wegens de grote bereidheid van de mens om te beantwoorden aan de
verwachtingen die anderen van ons hebben, en onze even grote angst anders dan
die anderen te zijn. Deze anonieme autoriteit is vandaag doeltreffender dan een
openlijk gezag, omdat niemand vermoedt dat er een bevel in het geding is
waaraan men zou moeten gehoorzamen. Hier ligt mij het probleem van de het
liberalisme (zie artikel Draait liberalisme om diversiteit of om autonomie ?,
op deze blog).
Erich Fromm ziet drie verschillende verdedigingsmechanismen
(autoritarisme, destructivisme en automatisch conformisme), die de mens
gebruikt om zijn vrijheid en verantwoordelijkheid te ontlopen en waar hij zijn
zelfbehoud in wel manifesteren. In elk van deze verdedigingsmechanismen doet de
mens afstand van het recht op handhaving van een eigen mening, eigen belangen
en eigen geluk. Hij projecteer met ander woorden zijn energie op de groep Het
eerste is autoritarisme of de
neiging om de onafhankelijkheid van het eigen zelf op te geven en dat te doen
samensmelten met iemand of iets buiten de eigen persoon teneinde zich de kracht
te verschaffen die men zelf mist. De mens wordt de indruk gegeven dat hij
alleen geluk zal kennen als hij zich onderwerpt aan deze krachten. In feite
beschrijven we hier het conservatisme als een tegenpool van het liberalisme.
Het is een trend die volop in de politieke bewegingen bezig is. De
verschuivingen naar rechtse politiek accentueert, het zelfbehoud en het
conservatisme. De toename aan autoritaire politiek bewegingen kent voor deels
daarom zijn succes. Een tweede vluchtweg
is het destructivisme of het gevoel
van de eigen machteloosheid tegenover de wereld buiten zichzelf door deze te
verwoesten. Deze drift zou voortvloeien uit de individuele en sociale
omstandigheden die het leven onderdrukken. Het gebrek aan erkenning voor de eigen
situatie door het steeds geïnterpreteerd worden in plaats van ‘verstaan’ te
worden (zie artikel blog: Gadamer van interpreteren naar verstaan: een
toegevoegde waarde in de dadertherapie) te worden. Het verlaten van het
subjectivisme door objectivisme maakt daar deel van uit. Net zoals de invloed
van het neoliberalisme. Niet alle psychopathieën uiten zich in een depressie,
maar ook in agressie als er geen middel
zijn of vaardigheden zijn tot constructivisme. Dat deze destructiviteit zich uit individueel en collectief is niet
nieuw, zie maar het fascisme, nazisme en nu onder andere ISIS. Destructiviteit
is slechts een alternatief voor het creatieve.
Tenslotte is er de meest voorkomende
vluchtweg, namelijk het automatisch
conformisme. Daarbij houdt het individu op zichzelf te zijn. Hij neemt
volledig de persoonlijkheidsvorm aan die hem door zijn culturele omgeving wordt
aangeboden en waardoor hij gaat gelijken op datgene wat anderen van hem
verwachten. Het is en trend merkbaar op de arbeidsmarkt, in het onderwijs,
politiek partijen enzovoort. De kritische andere mag er zijn tot die kritische
ander zich uitspreekt recent zien we het nog gebeuren bij de
diversiteitsambtenaar en de advocate van UNIA. Dan wordt hij/zij voor die cultuur, context
een zondebonk, de rebel of het zwarte schaap met alle gevolgen vandoen. De
normering zorgt voor wat gepast of niet gepast is, maar wie bepaalt de
normering? En zijn degenen die het bepalen daartoe wel in staat? U leest het
goed, het is een kwestie van context en tijd en vandaag ook de media. Waarbij
we de vraag kunnen stellen wie bepaalt de agenda van de media?
De machteloosheid die de mens ervaart
kan ertoe leiden dat hij zijn vrijheid inruilt voor ‘de bereidheid om iedere ideologie en iedere leider te aanvaarden, als
hij maar opwinding belooft en een politieke structuur en symbolen biedt die het
individuele leven geveinsde zin en orde geven. Deze omschrijving lijkt me perfect van
toepassing op het succes van rechtse politieke partijen in Europa. Hun succes
is er net een gevolg van dat heel wat mensen zich in onze samenleving onmachtig
voelen omdat traditionele politici
niet naar hen willen luisteren. Degene die het toch aandurft wordt een
zonderling een enkeling, een zondebok, het zwarte schaap of de rebel een
vluchteling een psychiatrisch patiënt enzovoort. Want wie zich niet normeert aan de groep hangt
er maar wat aan of staat ernaast en wordt uitgesloten. Dat zien bijvoorbeeld
ook meermaals terug in de klas, waar leerlingen zich aansluiten bij anderen
opzoek naar erkenning en bevestiging. Group pressure leidt dan ook geregeld
naar absurditeiten en stress bij bepaalde leerlingen met de gevolgen vandoen.
Zo lezen we geregeld over tieners in de US die hun medeleerlingen te lijf gaan
mat machinegeweren, hoe leerlingen zelfmoorpogingen ondernemen enzovoort.
Zelfinzicht,
dialoog, verbinden en altruïsme moet leiden naar constructieve relaties maar de
vraag is laat deze samenleving het wel nog toe…zolang een economisme als ideologie
heerst en de wil tot macht overheerst lijken we gedoemd in de oneigenlijkheid
van het bestaan te blijven hangen.