De stoïcijnen, zoals Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius, zagen de rede (logos) als het hoogste vermogen van de mens en geloofden dat emoties (passies) meestal het gevolg zijn van irrationele oordelen. De deugdzame mens moest daarom leren leven in overeenstemming met de rede en zich niet laten meeslepen door emoties.
Maar hadden ze daarin ongelijk? Laten we dit filosofisch en psychologisch bekijken.
1. Wat beweerden de stoïcijnen precies?
Emoties zijn verkeerde oordelen (bv. angst is het oordeel dat iets slechts zal gebeuren).
Alleen deugdzame emoties, zoals vreugde over het goede, zijn toegestaan.
Het ideaal is de apatheia: vrijheid van passies, niet van gevoel, maar van destructieve emoties. Rede kan emoties corrigeren en tot innerlijke rust leiden.
2. Moderne kritiek en inzichten
a. Psychologie (20e–21e eeuw):
Emoties zijn niet puur irrationeel, maar evolutionair waardevol (bijv. angst beschermt tegen gevaar).
Cognitieve psychologie (zoals bij Aaron Beck en Albert Ellis, die beïnvloed werden door het stoïcisme!) toont dat gedachten wel emoties beïnvloeden, maar dat emoties ook ontstaan zonder bewuste redenering (bv. via het limbisch systeem).
Emotionele intelligentie (Goleman): het goed herkennen, begrijpen en reguleren van emoties is essentieel – niet het onderdrukken ervan.
b. Filosofie (bv. Martha Nussbaum):
Emoties zijn cognitief geladen (ze bevatten oordelen), maar zijn ook waarden- en relatiegebonden. Ze geven aan wat belangrijk is voor ons.
Ze zijn dus niet altijd een vergissing, maar vaak signalen van morele en existentiële betrokkenheid.
3. Wat klopt er wél aan hun visie?
Ze benadrukten innerlijke vrijheid, zelfbeheersing en veerkracht: dat blijft waardevol. Hun idee dat we kunnen nadenken over onze emoties en daar verantwoordelijkheid voor kunnen nemen, is krachtig en zit ook in therapieën als CBT.
Hun nadruk op de rede als gids biedt een tegenwicht tegen impulsiviteit.
4. Maar waar hadden ze waarschijnlijk ongelijk?
Emoties zijn niet louter vijanden van de rede, ze zijn onmisbaar voor moreel en sociaal functioneren. Volledige apatheia is een onrealistisch en mogelijk ongezond ideaal – mensen zijn belichaamde wezens.
Rede en emotie zijn in de praktijk nauw verweven – ook keuzes die rationeel lijken, worden vaak emotioneel gestuurd (zoals neurologisch onderzoek bij Antonio Damasio aantoont)
Conclusie
De stoïcijnen hadden gedeeltelijk gelijk: rede kan ons helpen onze emoties te begrijpen en in toom te houden. Maar ze onderschatten de waarde van emoties als morele en existentiële gidsen. Moderne inzichten pleiten voor een integratie van rede én emotie – waarbij geen van beide als inferieur wordt gezien.
Tot hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten